Fonds kopen

Vers bloed op de beurs

Dataleverancier Bloomberg signaleerde vorige week dat Nederland qua beursintroducties het drukste tweede kwartaal van de afgelopen zeventien jaar meemaakt.

Deze week beleefde coöperatie ForFarmers een succesvol beursdebuut, nadat de Limburgse Sif Group, specialist in offshorefunderingen voor windturbines en olie- en gasplatforms, het bal krap twee weken eerder had geopend. Binnenkort staan de grotere IPO’s (initial public offerings) van Philips Lighting en verzekeraar ASR Group op de rol, waarna ook fitnessketen ­Basic-Fit de stap gaat wagen.

Drukke tijden voor zakenbankiers, analisten en fondsbeheerders, die zich in korte tijd over alle nieuwkomers een weloverwogen oordeel moeten zien te vormen. In diverse commentaren lees ik dat de hausse in IPO’s alles te maken heeft met de al of niet aanstaande brexit. Ondernemingen kiezen snel, nu het nog kan, voor een beursnotering. Mocht het Verenigd Koninkrijk inderdaad de EU de rug toekeren, dan is het beursklimaat voor langere tijd ongeschikt voor een beursgang, zo luidt de redenatie.

Een ander vaak terugkerend argument is dat van een rap naderende grote koerscorrectie op de beurs: ‘Als private equity besluit belangen versneld naar de beurs te brengen, dan geldt dat als een typisch verkoopsignaal.’ Hoe ging dat eigenlijk zeventien jaar geleden? Ik heb het even voor u nagekeken. In 1998 beleefden maar liefst twintig ondernemingen hun beursdebuut, een jaar later nog eens zeventien. Daaronder meer en minder bekende namen als Airspray, Exact, Innoconcepts, Van Lanschot, Petroplus, PinkRoccade, SNT Group en Unit4.

Inderdaad volgde er na de IPO-hype van 1998-1999 een forse koerscorrectie. Maar deze ving pas aan in het najaar van 2000, bij het barsten van de internetbubbel. Mocht de(ze) geschiedenis zich herhalen, dan is er dus nog ruim twaalf maanden zicht op een redelijk opgewekt beursklimaat. Dit is dan vooral relevant voor beleggers die het vizier op de kortere termijn hebben gericht. Wie uit is op waardecreatie voor de langere termijn en de uiteindelijke performance van de acht genoemde IPO’s van eind vorige eeuw beoordeelt, weet dat een juiste selectie het verschil kan maken.

Alle genoemde bedrijven werden overgenomen, met uitzondering van Innoconcepts (failliet) en het nog altijd beursgenoteerde Van Lanschot. Toeval of niet, zeventien jaar na de IPO staat Van Lanschot aan de vooravond van een minibeursgang. Grootaandeelhouder Delta Lloyd heeft aangegeven zijn pakket van ruim 30% in de Bossche bankinstelling nog dit jaar via de beurs te willen verkopen. Naar verwachting kunnen geïnteresseerde kopers terecht voor de helft van de IPO-prijs van 1999. Buitenkansje?

Naar het columnoverzicht

Maandbericht ontvangen? Meld u nu aan